Beschrijving | |
Alternatieve benamingen |
G6PD |
Sector |
Hematologie |
Herkomst (Locatie) |
Bloed |
Afname volume |
1 tube extra |
Alternatief Recipiënt (Aard) |
Nvt |
Speciale voorbereiding staalname |
Geen staal afnemen tijdens of net na hemolytische crisis aangezien jonge vormen van de RBC meer G6P-DH bevatten dan mature RBC en de uitgevoerde test op deze manier vals negatieve resultaten kan geven. |
Speciale voorbereiding patiënt |
Nvt |
Speciaal transport naar labo |
Nvt |
Eenheid |
U/g Hb |
Normaalwaarden |
Zie rapport |
Uitvoerfrequentie |
Dagelijks (niet in weekend en feestdagen) |
Uitvoering in urgentie |
Neen |
Rapporteertijd (P75) |
1 week |
Rapporteertijd (in urgentie) |
Neen |
Klinische info verplicht |
Neen |
Extra bijdrage ten laste van de patiënt |
Neen (indien conform RIZIV indicatie) |
Nomenclatuur code |
541973 |
Omschrijving nomenclatuur regel |
541973 541984 Doseren van een intra-erythrocytair of intra-leucocytair enzym B 500 (Maximum 5) |
Speciale verzending van labo JY naar uitvoerend lab |
Nvt |
Uitvoerend lab |
UZ Leuven |
Klinische info |
G6PD-deficiëntie is een erfelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een afwijking in het G6PD-gen. Het speelt een belangrijke rol in de bescherming van rode bloedcellen tegen schade door vrije radicalen (anti-oxidatieve werking). Bij mensen met te weinig G6PD verliest de rode bloedcel zijn structuur en functie waardoor de cellen verhoogd gevoelig worden voor oxidatieve schade. Hierdoor worden de rode bloedcellen versneld afgebroken en ontstaat bloedarmoede. Er zijn veel geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze geassocieerd zijn met verhoogde afbraak van rode bloedcellen bij G6PD-patiënten. Duidelijk bewijs ontbreekt echter vaak. Bij G6PD-patiënten met chronische bloedarmoede kan zelfs de zogenaamde therapeutische dosering al leiden tot afbraak van rode bloedcellen. G6PD-patiënten moeten voorzichtig zijn met nieuwe geneesmiddelen omdat het effect op hun rode bloedcellen niet altijd bekend is. Dit geldt nadrukkelijk ook voor medicijnen die lijken op medicijnen waarvan bekend is dat ze afbraak van rode bloedcellen kunnen veroorzaken bij G6PD-patiënten. Geneesmiddelen die nadrukkelijk vermeden dienen te worden door G6PD-patiënten: * 1. Anti-malaria (dapson en primaquine; Chronische patiënten: ook chloroquine, hydoxychloroquine en kinine) * 2. Pijnstillers/koortsremmers (fenazopyridine; Chronische patiënten: ook acetylsalicylzuur en paracetamol) * 3. Antibacteriële middelen (chinolonen, co-trimoxazol, nitrofurantoïne, zilversulfadiazine; Chronische patiënten: ook sulfasalazine) * 4. Overig: methylthinine, rasburicase, tolonium, tuinbonen. Chronische patiënten: ook ascorbinezuur, chlooramfenicol, vitamine K, glibenclamide, hydrokinine, isoniazide, isosorbidedinitraat) |
Verantwoordelijke bioloog (SV) |
DkL |
Autorisator1 |
ldekeersmaecker |
Taakgroep (TG) |
Administratie |
Taak |
Nvt |
Testprincipe |
Enzymatisch - Reactie |
Backup methode |
Nvt |
Interne Kwaliteits Evaluatie |
Onbekend |
Interne QC registratie & verwerking |
Onbekend |
EKE Participatie |
Onbekend |
Accreditatie |
Neen |
Aanvraagcode |
G6PDH |
Station |
Uitzend |
= |
G |
Laatst gecontroleerd door |
IH |
Laatst gecontroleerd op |
2021-06-23 |
KZ |
IT |