Maandagavond vonden in het Jan Yperman Ziekenhuis de opnames plaats van de vijfde virtuele conferentie (VICO) ‘Kwaliteit Blijft en Leeft’. Nationale en internationale experts hadden het over 2 spanningsvelden binnen de zorgkwaliteit: focussen we vooral op meetbare medische resultaten of op de meer subjectieve ervaringen van patiënten en zorgverleners? En hoe kunnen we zorgkwaliteit het best waarborgen binnen een organisatie: door processen in te bedden in het DNA ervan of door ze van buitenaf op te leggen en te controleren?
De VICO’s Kwaliteit Blijft en Leeft zijn een initiatief van de Antwerpse ziekenhuizen GZA en ZNA (binnenkort samen ZAS, Ziekenhuis aan de Stroom), met de steun van koepelvereniging Zorgnet-Icuro. De drie eerste conferenties vonden plaats in Antwerpen, daarna was Dubai aan de beurt en dit keer was Jan Yperman gastziekenhuis. Plaats van afspraak in Ieper: de indrukwekkende nieuwbouw waar over precies een jaar een nieuwe ziekenhuisvleugel opent. De kinder- en jongerenpsychiatrie, een revalidatie-afdeling en de dialyse zullen er een nieuw en duurzaam onderkomen vinden.
Poppy verbeeldt doelstellingen
Zorgkwaliteit is al veel langer dan vandaag essentieel in Jan Yperman, vertelde algemeen directeur Frederik Chanterie. “Onze vijf essentiële doelstellingen geven we visueel weer met een poppy, symbool van de regio. Zorgkwaliteit is daar één van. In essentie gaat dat over mensen. De juiste zorg, door de juiste mensen, op de juiste plek, met de juiste middelen.”
Caroline Gheysen, directeur beleidsinfo, netwerken en innovatie van het Jan Yperman Ziekenhuis, had het over het innovatieve CardioCare@Home-project. “Vanaf morgen (dinsdag, red.) volgen we de eerste patiënt op. Via CardioCare@Home worden patiënten na een hersenbloeding vier weken opgevolgd vanuit het ziekenhuis. Het gaat om EKG-monitoring: vanop afstand wordt de elektrische activiteit van de hartspier gemeten. Artificiële intelligentie detecteert wanneer ingrijpen noodzakelijk is.”
Patiënt volgen via tag
ITZorg-manager Yves Platteeuw lichtte toe wat de voordelen zijn van ‘real time location services’ (RTLS) voor het volgen van een patiënt die geopereerd wordt. “De patiënt krijgt een tag en zo weet het systeem op elk moment waar hij of zij zich bevindt en welke zorg nodig is. Gegevens worden automatisch ingeladen in het elektronisch patiëntdossier. De zorg verloopt niet alleen efficiënter maar ook kwalitatiever en veiliger.”
We evolueren, vertelde Caroline Gheysen nog, van efficiënte zorg over geconnecteerde zorg naar geïntegreerde zorg. Verschillende ‘impressies’ – korte videofragmenten – toonden hoe zowel zorgverleners als patiënten naar zorgkwaliteit kijken. Voor Jan Yperman kwamen dr. Lieven Dedrye (algemene-abdominale heelkunde), dr. Tine Pecceu (geriatrie) en diensthoofd biotechniek Norman Cleenewerck aan bod.
Paneldiscussies
De hoofdmoot van de conferentie bestond uit twee paneldiscussies, voorafgegaan door keynotes van internationale experts. Dr. Peter Lachman (Royal College of Physicians of Ireland) en prof. dr. Thomas Lee (Harvard Medical School) leidden de vraag in of kwaliteit eerder bepaald moet worden door medische resultaten dan wel door hoe patiënt en zorgverlener de zorg ervaren. In het panelgesprek brak dr. François Hardeman, orthopedisch chirurg in Jan Yperman, een lans voor digitale dataverzameling om de zorgkwaliteit nog te verbeteren.
Een tweede gespreksonderwerp was het vraagstuk of zorgkwaliteit best verankerd wordt via de cultuur van een organisatie of via extern toezicht. Het startschot werd gegeven door prof. dr. Erik Franck (Universiteit Antwerpen) en prof. dr. Ian Leistikow (Erasmus School of Health Policy & Management).
Via videoverbinding vertolkte Karine Moykens de stem van de Vlaamse overheid. Als secretaris-generaal van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin had ze het over de toekomstplannen van de overheid om, in samenwerking met de zorgsector, de zorgkwaliteit te waarborgen.
Muziek van eigen bodem
Om de boeiende avond af te ronden namen prof. dr. Kris Vanhaecht (FlaQuM) en dr. Ellen Joan van Vliet (Qualicor) plaats aan tafel. Voor de muzikale intermezzo’s zorgde talent van eigen bodem: hoofdverpleegkundige Kobe Sercu van de palliatieve eenheid en zijn band. De hele conferentie werd vakkundig aan elkaar gepraat door Katelijne Boon van Klara.
