Ogen, neus, longen, huid, darmen: allergie heeft veel gezichten. De puzzel is soms moeilijk te leggen, zegt dokter Lien Calus (foto): “Daarom werken alle betrokken specialisten samen binnen het Allergiecentrum.”
Sommige patiënten hebben last van geïrriteerde ogen en een lopende neus. Andere ademen moeilijk of lopen de muren op door jeukend eczeem. Veel allergieën veroorzaken een mix van klachten. Dokter Lien Calus (Neus-, Keel- en Oorziekten): “Afhankelijk van de meest opvallende klachten verwijst de huisarts door naar een bepaalde specialist. Dat is in de regel een NKO-arts, een longarts, een huidarts, een maag- en darmspecialist of een oogarts. Kinderen komen dan weer bij een kinderarts terecht. Elke arts ziet dus een paar puzzelstukjes, en niet de hele puzzel. Daarom werken alle betrokken specialisten nu nauwer samen, in het Allergiecentrum.”
Het Allergiecentrum is een virtueel samenwerkingsverband. De bedoeling is dat alle artsen van elkaar weten wat ze doen op het vlak van onderzoeken en behandeling. Ook sturen ze patiënten gericht naar elkaar door. Ook de Spoed doet mee. Als daar iemand met ernstige allergische verschijnselen binnenkomt, weten ze welke bloedbepaling er moet gebeuren en naar wie ze moeten doorverwijzen. De anesthesisten zijn bedacht op allergieën tegen verdovende medicatie en latex. En diëtiste Sofie Parrein legt zich toe op voedselallergieën en -intolerantie. Dokter Lien Calus: “Als een patiënt van mij naast een verstopte neus ook long- of huidklachten heeft, stuur ik hem door naar de afdeling longziekten of huidziekten. De moeilijke gevallen, die we met de klassieke medicatie niet onder controle krijgen, zullen we bovendien in groep bespreken.”
Een allergie is een overdreven reactie van het immuunsysteem na contact met een allergeen. Dat is een lichaamsvreemde stof, zoals pollen van planten, huisstofmijt of wespengif. Op zich zijn die stoffen onschadelijk, maar het immuunsysteem van gevoelige mensen beschouwt ze als een gevaarlijke indringer en veroorzaakt een allergische reactie. De klassieke medicatie tegen allergieën zijn pilletjes met antihistaminicum, neussprays met een lage dosis lokale cortisone en oogdruppels met antihistaminicum. Werken die onvoldoende, dan is er nog een laatste redmiddel: allergeen-specifieke immunotherapie.
Dokter Lien Calus: “Die behandeling werkt een beetje als een vaccinatie. Via een onderhuidse injectie of een zuigtablet onder de tong dienen we een zwakke versie toe van de stof waaraan je allergisch bent. Eerst wekelijks, dan tweewekelijks en uiteindelijk maandelijks. Daarbij drijven we de dosis stelselmatig op. Het resultaat is dat het afweersysteem na drie jaar minder heftig of niet meer reageert. De zuigtabletten kun je thuis nemen. De eerste injecties moeten in het ziekenhuis gebeuren, daarna kan de huisarts het overnemen. Ongeveer 80 procent van de mensen heeft daarna geen of bijna geen medicatie meer nodig.”
Allergeen-specifieke immunotherapie bestaat tegen gras- en boompollen en huisstofmijt (bij dokter Lien Calus) en bijen- en wespensteken (bij dokter Ines Malysse). Kinderen kunnen terecht bij dokter Tine Van Ackere. De therapie wordt aangeraden bij patiënten die onvoldoende reageren op de klassieke medicatie.
Info: secretariaat Dienst Neus-, Keel- en Oorziekten, 057 35 74 50 of allergiecentrum.yperman.net
