Bij cataract of staar takelen eiwitten in het oog af en neemt de transparantie van de ooglens langzaam af waardoor een wazig zicht ontstaat.
De lens van het oog bestaat uit zeer specifieke eiwitten. Die zorgen ervoor dat de lens transparant is en dat het licht er uitstekend doorheen geleid wordt. Bij cataract takelen deze eiwitten, en dus ook de transparantie van de lens, langzaam af. De lens verkleurt naar geel, groen en vervolgens oranje en bruin. Soms verschijnen wittige wolkjes of vlokken in de lens (opaciteiten). Opaciteiten verstrooien het licht naarmate ze groter en dikker worden.
Je arts bespreekt met jou de mogelijke behandelingen.
Voor meer informatie over deze aandoening en over de mogelijke behandelingen kan je terecht bij jouw behandelend arts.
