Een goede pijnbestrijding is belangrijk voor het comfort van de patiënt en werkt een vlotte mobilisatie en de terugkeer naar de normale dagdagelijkse functioneren in de hand.
Nog te vaak denkt men dat pijn erbij hoort (na een operatie, tijdens een onderzoek…). Dit is echter niet zo.
Een goed pijnbeleid is een basisrecht voor iedereen en kan het genezingsproces positief beïnvloeden. Daarom is het belangrijk om de voorgeschreven pijnstilling op regelmatige momenten toe te dienen en indien nodig iets extra te geven.
Een efficiënte pijnstilling start met het onderkennen van hoeveel pijn dat de patiënt ervaart. Systematische pijnmeting en het behandelen van het fenomeen pijn, zoals het bij de patiënt zich aandient, is een noodzaak, net als de herevaluatie en follow-up. Het rapporteren en registreren van de pijn gebeurt door alle zorgverleners op een uniforme wijze.
Om de pijn bij een patiënt objectief te kwantificeren hanteren wij in het ziekenhuis de gevalideerde pijnschalen NRS (Numerieke Rating Scale (pijnlat), PAINAD (The Pain Assessment IN Advanced Dementia) en CPOT (Critical care Pain Observation Score).
1. Bij iedere opname wordt de pijn bij de patiënt bevraagd aan de hand van volgende zaken:
De pijnbevraging gebeurt systematisch minstens 1 keer per shift, na iedere invasieve ingreep, onderzoek of procedure.
2. Bij zelfrapportage van pijn door de patiënt (als patiënt zegt dat hij pijn heeft) of familie die zegt dat de patiënt pijn ervaart. De inbreng van de familie staat centraal bij de kwetsbare oudere met een verminderd cognitief/communicatief vermogen.
3. Als de zorgverlener zichtbare pijnsymptomen observeert bij de patiënt o.a. alle soorten van ongebruikelijk gedrag (wijziging in patronen of gewoontes). Vooral ‘langer’, ‘frequenter’ en ‘heviger’ zijn eventuele indicaties.
Lees meer over ons Multidisciplinair Pijncentrum in deze brochure.