Veel kinderen hebben problemen met plassen of moeite met hun zindelijkheidstraining. Voorbeelden hiervan zijn plasongelukjes overdag, bedplassen, terugkerende blaasontstekingen, te vaak plassen, niet vaak genoeg plassen, niet kunnen (uit-)plassen en vertraagde of verstoorde zindelijkheid. Plasproblemen kunnen een grote invloed hebben op het leven van het kind en het gezin. Kinderen, maar vaak ook hun ouders, schamen zich voor deze klachten en durven er niet of maar met weinig anderen over te praten.
Plasproblemen worden door een brede waaier aan oorzaken veroorzaakt. Het kan gaan over een niet goed functionerende blaas of sluitspier, een urineweginfectie, het niet reageren op signalen van de blaas (bijvoorbeeld bij hyperactiviteit), een overactieve blaas, het hebben van spanning en het verkeerd omgaan met spieren, zoals voortdurende aanspanning van de bekkenbodemspieren.
Om een inzicht te krijgen in het plasprobleem van jouw kind, zal de arts starten met een uitgebreid intakegesprek en lichamelijk onderzoek. Daarnaast zal je ook gevraagd worden om met een opdrachtenblad het plassen thuis beter in kaart te brengen.
In functie van deze gegevens zullen aanvullende onderzoeken gepland worden: bv echografie van nieren en blaas, uroflowmetrie of een rx cystografie (blaasonderzoek).
De behandeling staat in het teken van het aanleren van normaal plasgedrag. Meestal bestaat dit uit adviezen en een toilettraining. Soms zijn er medicijnen nodig, bijvoorbeeld in het geval van een blaasontsteking of een te kleine blaasinhoud.