Behandelingen

Borstreconstructie

Een borstamputatie is een ingrijpende operatie die de vrouwelijkheid en het zelfbeeld van de vrouw kan aantasten. Ook een borstsparende ingreep kan een ernstige misvorming van de borst veroorzaken.

Een aantal vrouwen kiezen dan ook voor een borstreconstructie: een nieuwe borst die de vorm en het volume van de andere borst zo goed mogelijk benadert.

Borstreconstructie tijdens of na borstsparende heelkunde

Bij een borstsparende ingreep wordt een deel van de borstklier verwijderd. Dit kan, zeker door de effecten van de nabestraling, soms een vervorming van de borst veroorzaken.

Wanneer een vervorming van de borst optreedt enige tijd na de ingreep, kan dit door middel van verscheidene plastische chirurgische technieken worden aangepakt. Zo kan bijvoorbeeld in het geval van een kleine indeuking waar vroeger de tumor werd verwijderd, deze opgevuld worden door middel van lipofilling. Hierbij wordt vetweefsel elders in het lichaam door liposuctie verkregen, waarna dit in de borst kan worden geïnjecteerd om zo de indeuking op te vullen.

Als de borst fel verkleind is door de borstsparende ingreep, kan je plastisch chirurg vaak de symmetrie verbeteren door een borstverkleining uit te voeren van je andere borst.

Borstreconstructie na borstamputatie

We kunnen borstreconstructies opsplitsen in twee grote groepen: prothese reconstructies en autologe (eigen weefsel) reconstructies. Beiden kunnen ofwel onmiddellijk ofwel laattijdig gebeuren.

Tijdstip van de reconstructie

Een borstreconstructie kan op twee tijdstippen worden uitgevoerd.

1. Primaire borstreconstructie

Gebeurt onmiddellijk, m.a.w. op het ogenblik van de amputatie

2. Laattijdige/secundaire borstreconstructie

Wordt uitgevoerd in een later stadium. Er wordt zes maanden tot een jaar gewacht.

Of een patiënte al dan niet in aanmerking komt voor een onmiddellijke borstreconstructie gebeurt in overleg met de oncoloog en de borstchirurg of gynaecoloog.

Soorten reconstructies

1. Prothesereconstructie

Bij een prothesereconstructie wordt een siliconeprothese onder de grote borstspier ingebracht. Die is gevuld met siliconengel ofwel met een zoutoplossing.

Naast het infectierisico is het voornaamste probleem: kapselvorming rondom de prothese. Om dit risico te verkleinen heeft de prothese een ruwe buitenlaag.

Kapselvorming treedt voornamelijk op wanneer radiotherapie deel uitmaakt van de nabehandeling. Daarom zijn definitieve prothesereconstructies niet aangewezen als radiotherapie deel uitmaakt van uw behandeling.

Nadelen van de techniek:

  • Dergelijke gereconstrueerde borsten voelen minder natuurlijk aan.
  • Kunnen harder worden na verloop van tijd.
  • Vereisen vaak een nieuwe ingreep na een tiental jaar (of vijf jaar bij voorafgaande radiotherapie).
  • Een prothesereconstructie evolueert niet mee met de rest van het lichaam.

2. Autologe (eigen weefsel) reconstructie

Bij deze techniek wordt een groot stuk huid en vetweefsel van het eigen lichaam getransplanteerd naar de borstregio om daar een nieuwe borst te vormen. Dit heet dan een vrije flap.

Bij dit type borstreconstructie is dus geen onderhuidse prothese meer nodig.

Voordelen van de techniek:

  • De nieuwe borst voelt natuurlijker aan.
  • Een dergelijke reconstructie is blijvend, in tegenstelling tot een prothesereconstructie.
  • Een bijkomend voordeel is dat een autologe reconstructie mee evolueert met de rest van het lichaam.
  • Huid- en vetweefsel kunnen op verschillende plaatsen in het lichaam worden genomen. De meest frequente zijn weefsel van de buikwand (vrije DIEP-flap) en weefsel van de gluteale streek oftwel de bips (vrije SGAP-flap)

Tepel- en tepelhofreconstructie

Na een viertal maanden neemt de nieuwe borst haar definitieve vorm aan, waarna men kan overgaan tot de afwerking.

De tepel wordt meestal gereconstrueerd onder plaatselijke verdoving met een klein flapje afkomstig van de huid op de plaats waar de nieuwe tepel komt. Dit zorgt voor een klein litteken.

Het tepelhof wordt gereconstrueerd door middel van een tatoeage van de tepelhofregio dat het litteken van de tepelreconstructie camoufleert. Dit vindt plaats één tot twee maanden na de reconstructie.

Praktisch

Je kan altijd een informatieve raadpleging op de dienst Plastische Heelkunde (chirurgie) aanvragen. Tijdens de consultatie worden de reconstructiemogelijkheden uitgelegd aan de hand van foto’s. Ook krijg je de mogelijkheid om contact op te nemen met lotgenotes die al een dergelijke operatie hebben ondergaan. Zo krijg je een realistisch beeld van het verloop en van de resultaten.

Laatst gewijzigd op 5 juli 2022

Medische dienst

NIEUWSBRIEF
Swoosh element
Gebogen lijn Gebogen lijn