Spataderchirurgie

Endoveneuze ablatietherapie

Bij ablatie of lasertherapie wordt de grote inwendige spatader aangeprikt, bij voorkeur thv het onderbeen. Er wordt een katheter ingebracht tot in de lies. Met behulp van de warmtebron wordt het bloedvat gesloten en van binnenuit dicht gebrand. Vervolgens worden de resten van het uitgeschakelde bloedvat door het lichaam opgeruimd. Dit kan enkele weken duren. Zo kan de ader over het volledige been verwijderd worden. Ten slotte worden de resterende zijtakken via kleine steekwondjes met een haakje verwijderd.

Klassieke stripping

Deze techniek werd vroeger standaard toegepast. Hierbij wordt een insnede gemaakt thv de lies en de spatader opgezocht. Vervolgens wordt een tweede kleine insnede op het onderbeen gemaakt. Daar wordt eveneens de spatader opgezocht. De spatader wordt opengemaakt en een stripper wordt ingebracht. Een stripper is een fijne plastieken katheter. Deze wordt vastgemaakt aan de spatader en zo kunnen we de volledige spatader uit het been verwijderen. Tenslotte worden de resterende zijtakken via kleine steekwondjes met een haakje verwijderd.

Wat houdt een operatie in

De ingreep wordt uitgevoerd in het dagziekenhuis. Je kan kiezen tussen een volledige verdoving of een ruggenprik waarbij alleen de beide benen verdoofd worden. Na de operatie komt een chirurg langs op de kamer ter controle van de wondjes. De wondjes worden verzorgd en er wordt een steunkous aangedaan. Je krijgt hiervoor reeds op de consultatie een voorschrift mee.

Wat kan je verwachten na de ingreep?

Een spataderingreep valt doorgaans goed mee. De complicaties na de ingreep zijn gelukkig weinig frequent. Na ontslag mag je dan ook zo goed als normaal actief zijn. We vragen wel

• tijdig te rusten en even de benen omhoog te leggen;
• langdurig rechtstaan of stilzitten te mijden;
• indien nodig tijdig een pijnstiller in te nemen;
• vermijdt zonblootstelling zolang de littekens een paarse kleur hebben;
• een steunkous te dragen gedurende 4 weken;
• een wondcontrole te laten uitvoeren door de huisarts na 10 dagen;
• een controle bij de chirurg is voorzien na 4 weken.

Mogelijke problemen na de ingreep zijn:

• De wondjes kunnen wat nabloeden. Verwijder de kleefpleisters niet. Rust met je been hoogstand en breng eventueel een extra drukverband aan. Heeft dit onvoldoende resultaat, contacteer dan uw behandelend chirurg.
• Blauwe plekken en hardere knobbeltjes zijn bijna altijd aanwezig. Het kan meerdere werken duren voor deze volledig verdwenen zijn. Deze kunnen ook pijnlijk zijn. Dit is geen flebitis en dient niet bijkomend behandeld te worden.
• Door de ingreep kunnen de oppervlakkige huidzenuwtjes wat gekwetst zijn. Hierdoor kan een slapend gevoel ontstaan. Dit zal geleidelijk herstellen. Zelden kan ook een grotere gevoelszenuw gekwetst worden. Dit bespreek je dan best met je behandelend chirurg.
• Contacteer de behandelende arts of huisarts indien
  • uitgesproken pijn;
  • uitgesproken bloeduitstorting;
  • langdurig nabloeden;
  • tekenen van infectie: roodheid, verlies van vuil vocht, koorts…;
  • kortademigheid.