De schildklier maakt te veel schildklierhormonen aan. Dit kan leiden tot vermagering, hartkloppingen, zweten, diarree, nervositas en beven.
De diagnose wordt gesteld door een bloedname. Indien je een te snelle werking van de schildklier vermoedt, neem je best contact op met jouw huisarts voor een bloedname. Breng deze uitslagen mee naar de consultatie endocrinologie. Je hoeft niet nuchter te zijn. Mogelijks wordt er nog een bijkomende bloedname verricht voor bevestiging van de afwijking en/of voor het verrichten van bijkomende bepalingen om de oorzaak van schildklieraandoening te bepalen. Bijkomende onderzoeken zijn een echografie van de halsstreek en/of isotopenonderzoek van de schildklier (schildklierscintigrafie).
Na diagnose overleggen we samen met jou de mogelijke behandelingen van deze aandoening. Er kan gekozen worden tussen medicatie, radioactief jodium en schildklieroperatie.
Voor meer informatie kan je terecht bij jouw behandelend arts.