De dienst Nucleaire geneeskunde verricht onderzoeken en behandelingen die gebruik maken van radioactieve stoffen.
Een scan op isotopen heet een scintigrafie. Dit is een onderzoek waarbij een minimale hoeveelheid van een radioactieve stof in het lichaam gebracht wordt om beelden te kunnen maken en/of de werking van organen te beoordelen.
Hiervoor wordt een gammacamera gebruikt. Dit is een scanner die de toegediende radioactiviteit meet en er beelden van maakt, maar die zelf geen stralen uitzendt.
De gebruikte radioactieve stoffen hebben een korte levensduur, verdwijnen snel uit het lichaam en veroorzaken geen allergische reactie. De hoeveelheid straling wordt beperkt en is net voldoende om de oorzaak van de pijnklachten te achterhalen of om de ziekte te onderzoeken.
De radioactieve stof wordt meestal toegediend via het bloed (ader), soms door inademing of in de vorm van een drankje, een pilletje of voedsel. Foto's kunnen onmiddellijk genomen worden of op een later tijdstip.
Om de best mogelijke kwaliteit bij de opname te bereiken, wordt de gammacamera zo dicht mogelijk bij het te onderzoeken lichaamsdeel gebracht. Tijdens de beeldopname is vrij ademen toegelaten, bewegen niet.
Bij de opnames van het volledige lichaam of bij detailopnames vanuit verschillende hoeken, zal de camera bewegen.
De wachttijd tussen de inspuiting en het onderzoek is afhankelijk van het type onderzoek en varieert meestal van een half uur tot drie à vier uur. Als je meer dan een half uur moet wachten, kan je gerust de afdeling verlaten en eventueel huiswaarts keren.
De duur van het onderzoek varieert volgens het type van onderzoek (tussen 15 minuten en twee uur). Sommige onderzoeken zijn gespreid over meerdere onderzoeksmomenten per dag of zelfs over meerdere dagen. Het aantal beelden heeft geen invloed op de stralingsbelasting.