Behandelingen

Mastectomie (borstamputatie) met borstreconstructie

Een borstamputatie of mastectomie is een operatie waarbij de volledige borstklier wordt weggenomen, dus het borstweefsel inclusief de tepel. Na een borstamputatie kan je eventueel een borstreconstructie overwegen.

Tijdstip reconstructie

Een borstreconstructie kan onmiddellijk op verschillende tijdstippen uitgevoerd worden:

  • onmiddellijk: d.w.z. op het ogenblik dat de mastectomie wordt uitgevoerd = primaire borstreconstructie
  • in een later stadium: in dit geval wordt meestal gedurende zes maand tot een jaar een afwachtende houding aangenomen (tenminste zes maand na stoppen radiotherapie) = de laattijdige of secundaire borstreconstructie.

Voordelen van een onmiddellijke borstreconstructie

Het is duidelijk dat deze procedure minder psychologisch belastend is voor de vrouw. Het betreft slechts één ingreep en één narcose. Er is dus maar één maal risico op complicaties en er is slechts één revalidatie noodzakelijk.

Type borstreconstructie


We kunnen de borstreconstructies opsplitsen in twee grote groepen, namelijk prothese-reconstructies enerzijds en autologe reconstructies anderzijds.

  1. Prothese-reconstructies
    Hierbij wordt een siliconen prothese onder de grote borstspier ingebracht. Dit is een omhulsel van siliconenrubber dat gevuld is met of silicone-gel of een zoutoplossing. De prothese heeft een ruwe buitenlaag, omdat daarmee de kans op kapselvorming rondom de prothese verkleint. Dergelijke gereconstrueerde borsten voelen vaak minder natuurlijk aan. Daarnaast is radiotherapie na een prothese-reconstructie zo goed als uitgesloten.
  2. Autologe of eigen weefsel reconstructie
    Deze nieuwere methode bestaat erin een groot stuk huid en vetweefsel over te brengen naar de borststreek om een nieuwe borst te modelleren. Bij dit type borstreconstructie is dus geen onderhuidse prothese meer nodig, waardoor de nieuwe borst ook natuurlijker aanvoelt. Daarnaast is een dergelijk reconstructie blijvend, in tegenstelling tot een prothesereconstructie. Voor deze ingreep kunnen verschillende types flappen gebruikt worden.

Weefsel van buikwand: De vrije ‘DIEP' flap (deep inferior epigastric perforator flap)

Het vetweefsel van de buikwand tussen de navel en de schaamstreek werd voor het eerst gebruikt voor borstreconstructie in 1979. Dit weefsel of "flap" werd de TRAM (Transverse Rectus Abdominis Myocutaneous) flap genoemd.

In de laatste twee decades is het gebruik van dit weefsel de gouden standaard geworden in reconstructie met lichaamseigen weefsel. De tendens om steeds minder en minder rechte buikspier te preleveren, mondde uiteindelijk uit in de ontwikkeling van de vrije DIEP flap (Deep Inferior Epigastric Perforator Flap). De voedende bloedvaten die naar het vet en de huid doorheen de rechte buikspieren lopen, kunnen vrij gedissecteerd worden door de rechte buikspier enkel te splitsen. Er is dus geen noodzaak meer om de rechte buikspier weg te nemen.

Voordelen

Post-operatief is er geen verzwakking van de buikwand noch verlies van functie van de rompspieren. Patiënten die een DIEP flap reconstructie ondergingen zijn meestal in staat hun normale dagtaken te hernemen 4 tot 6 weken na de ingreep.
Aangezien de vrije DIEP flap over een langere vaatsteel beschikt, zal de vormgeving van de nieuwe borst met het abdominale huid- en vetweefsel gemakkelijker kunnen verlopen en zal er een beter esthetisch resultaat bereikt worden.

Nadelen

De nadelen van deze techniek zijn net zoals de vrije TRAM flap vooral van microchirurgische aard: een verlengde operatieduur (ca 7 uren unilateraal, ca 9 uren bilateraal) en het risico op eventuele trombose (ca 5%) en eventueel volledig verlies van de flap (ca 2%). Het betreft een middelgrote operatie met een revalidatieperiode van 4 tot 6 weken. Gedurende deze periode is men sneller vermoeid en is er een hefverbod (niets meer dan een telefoonboek). Ter hoogte van de buik is er een litteken van de ene heupkam tot de andere. Meestal kan dit litteken wel verborgen worden.

Weefsel uit de gluteale streek: de vrije ‘S-GAP' flap (Superior Gluteal Artery Perforator)

Bij deze techniek wordt vanuit de gluteaal streek of de bilstreek een ellips huid en vet weggenomen en als vrije flap getransplanteerd naar de thorax en op analoge wijze microchirurgisch geanastomoseerd. De vrije SGAP-flap wordt meestal gebruikt als er onvoldoende weefsel is ten hoogte van de buikwand. Het vetweefsel van de bilstreek is immers van iets minder goede kwaliteit i.v.m. de buikwand.

Tepel en tepelhofreconstructie

Wanneer men de techniek van de autologe borstreconstructie toepast zal er automatisch een tepel- en tepelhofreconstructie moeten gebeuren. Er wordt meestal een maand of vier gewacht tot de nieuwe borst haar definitieve vorm heeft aangenomen.

De tepel wordt meestal gereconstrueerd onder plaatselijke verdoving met klein flapje afkomstig van de huid van de flap op de plaats waar de nieuwe tepel dient gevormd te worden. Dit zal leiden tot nieuwe kleine littekens ter hoogte van de borst in de nabijheid van de nieuw gevormde tepel. Deze littekens zullen echter gecamoufleerd worden door de tatoeage van het tepelhof.

Af en toe kan de tepel gereconstrueerd worden door transplantatie van een gedeelte van de andere tepel. Dit natuurlijk enkel als deze groot genoeg is om een gedeelte te ontnemen. Het tepelhof wordt gereconstrueerd d.m.v. een tatoeage van de tepelhof- regio. Deze tatoeage vindt plaats ongeveer 1 à 2 maand na de reconstructie van de tepel.

Laatst gewijzigd op 6 juli 2022

Medische dienst

NIEUWSBRIEF
Swoosh element
Gebogen lijn Gebogen lijn